Alternatieve energie

Al decennia, zo niet eeuwen lang maken we gebruik van fossiele brandstoffen om ons leven gemakkelijker te maken.
We koken op aardgas, de auto loopt op benzine of diesel, en een houtkacheltje stoken is al lang verleden tijd. In de
groene periode waarin we nu leven, worden alternatieve energiebronnen steeds belangrijker. We hebben immers niet
zo lang meer: sommige wetenschappers denken dat de olie- en gasvoorraden binnen 20 jaar op zijn.
Anderen zien de toekomst iets optimistische er schatten dat we nog een aantal jaren langer hebben.
Feit is dat er op den duur wel iets zal moeten veranderen. De energiebehoefte zal dat niet doen, deze zal juist alleen
maar toenemen. Tijd om kritisch te kijken naar de manier waarop we energie ‘winnen’.

Zoals gezegd worden er nu van allerlei brandstoffen uit de aarde gehaald, die worden omgezet in (bijvoorbeeld) elektriciteit.
Gelukkig zijn er sinds een aantal jaren nieuwe, milieuvriendelijker energiebronnen in gebruik. Denk bijvoorbeeld aan
windmolens, die door de wind (wordt gratis aangeleverd door Moeder Natuur) gaan draaien, daarmee een dynamo
(vergelijkbaar met die op je fiets, maar dan ’n paar keer groter) aandrijven. Ook zijn er (vooral in landen als Noorwegen
en Zweden) waterkrachtcentrales. Je kunt die min of meer vergelijken met de watermolens van vroeger: er wordt een
schoepenrad aangedreven, die door middel van een dynamo elektriciteit opwekt. Een stuk bekender in Nederland is
zonne-energie, waarbij de stralingsenergie van de grootste ster van het heelal (dat is de zon immers) wordt omgezet in elektriciteit.

Een probleem dat bij al deze alternatieve energiebronnen speelt is het (economisch) rendement. Ook bij chemische energie is
dat niet zo hoog (de energie van de motor van een auto op kruissnelheid gaat bijvoorbeeld geheel ‘verloren’ als warmte), maar
nu er nieuwe technieken worden bedacht vallen veel mensen hierover. Gelukkig is dat een probleem dat (naar verloop van tijd) is
op te lossen. Bovendien zal uiteindelijk niemand er meer een probleem van maken, als men moet kiezen tussen geen elektriciteit
en elektriciteit uit een energiebron met laag rendement.